| BS4A14AJV1B | BS6A14AJV1B | BS8A14AJV1B | BS10A14AJV1B | BS12A14AJV1B | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geluidsdrukniveau op 1 m | Nom. | dB(A) | 36.0 (1) | 37.0 (1) | 37.0 (1) | 38.0 (1) | 38.0 (1) | ||
| Standaard-accessoires | Montage- en bedieningshandleiding | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||
| Algemene voorzorgsmaatregelen | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Afvoerslang | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Klem voor afvoerslang | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Afdichtingskussen (klein) | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Afdichtingskussen (groot) | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Afdichtingsmateriaal | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Isolatiebuis voor stopleidingen | 9 | 5 | 5 | 5 | 5 | ||||
| Kabelbinders | 8 | 11 | 11 | 11 | 11 | ||||
| Stopleidingen | 9 | 5 | 5 | 5 | 5 | ||||
| Meegeleverde leiding | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | ||||
| Afsluitplaat kanaal | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
| Koudemiddel | GWP | 675.0 | 675.0 | 675.0 | 675.0 | 675.0 | |||
| Type | R-32 | R-32 | R-32 | R-32 | R-32 | ||||
| Veiligheidsvereisten BS-kast systeem | Kanaal aansluitingsdiameter op unit | mm | 160.0 | 160.0 | 160.0 | 160.0 | 160.0 | ||
| Kanaal aansluitingsposities | Links/Rechts | Links/Rechts | Links/Rechts | Links/Rechts | Links/Rechts | ||||
| Maximaal aantal aansluitbare binnendelen per aftakking | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | ||||
| Werkingsbereik | Temperatuur rond omkasting | Min. | °C DB | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | |
| Max. | °C DB | 32 | 32 | 32 | 32 | 32 | |||
| Luchtvochtigheid rond omkasting | Max. | % | 80 | 80 | 80 | 80 | 80 | ||
| Maximaal aantal aansluitbare binnendelen | 20 | 30 | 40 | 50 | 60 | ||||
| Koelleidingmaten | Buitenunit of doorstroming koelmiddel | Persgas | Type | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | |
| Buitendiameter | mm | 12.7 (3), 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2 | 12.7 (3), 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2 | 12.7 (3), 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2 | 12.7 (3), 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2 | 12.7 (3), 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2 | |||
| Vloeistof | Type | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | |||
| Buitendiameter | mm | 9.5 (3), 12.7 (3), 15.9 | 9.5 (3), 12.7 (3), 15.9 | 9.5 (3), 12.7 (3), 15.9 | 9.5 (3), 12.7 (3), 15.9 | 9.5 (3), 12.7 (3), 15.9 | |||
| Gas | Buitendiameter | mm | 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2, 28.6 (3) | 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2, 28.6 (3) | 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2, 28.6 (3) | 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2, 28.6 (3) | 15.9 (3), 19.1 (3), 22.2, 28.6 (3) | ||
| Type | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | ||||
| Binnendeel | Gas | Type | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | ||
| UD | mm | 9.5 (6), 12.7 (7), 15.9 (5) | 9.5 (6), 12.7 (7), 15.9 (5) | 9.5 (6), 12.7 (7), 15.9 (5) | 9.5 (6), 12.7 (7), 15.9 (5) | 9.5 (6), 12.7 (7), 15.9 (5) | |||
| Vloeistof | UD | mm | 6.4 (4), 9.5 (5) | 6.4 (4), 9.5 (5) | 6.4 (4), 9.5 (5) | 6.4 (4), 9.5 (5) | 6.4 (4), 9.5 (5) | ||
| Type | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | Hardsoldeerverbinding | ||||
| BS-units aangesloten in doorstroming koelmiddel | Maximale totale capaciteitsindex van binnenunits | 750 | 750 | 750 | 750 | 750 | |||
| Maximaal toegestaan aantal BS-units | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | ||||
| Maximaal totaal aantal poorten van BS-units | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | ||||
| Maximale capaciteitsindex aansluitbare binnendelen per aftakking | 140 | 140 | 140 | 140 | 140 | ||||
| Sound power level | Nom. | dB(A) | 49.1 (2) | 51.5 (2) | 51.5 (2) | 52.5 (2) | 52.5 (2) | ||
| Afmetingen | Unit | Breedte | mm | 600 | 1,000 | 1,000 | 1,400 | 1,400 | |
| Diepte | mm | 845 | 845 | 845 | 845 | 845 | |||
| Hoogte | mm | 291 | 291 | 291 | 291 | 291 | |||
| Gewicht | Unit | kg | 40.0 | 56.0 | 65.0 | 83.0 | 89.0 | ||
| Aantal aftakkingen | 4 | 6 | 8 | 10 | 12 | ||||
| Maximale capaciteitsindex van aansluitbare binnendelen | 400 | 600 | 750 | 750 | 750 | ||||
| Power supply | Fase | 1~ | 1~ | 1~ | 1~ | 1~ | |||
| Frequentie | Hz | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | |||
| Spanning | V | 220-240 | 220-240 | 220-240 | 220-240 | 220-240 | |||
| Opmerkingen | (1) - Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde, die afhankelijk is van de afstand en de akoestische omgeving. Zie de geluidsniveautekeningen voor meer bijzonderheden. | (1) - Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde, die afhankelijk is van de afstand en de akoestische omgeving. Zie de geluidsniveautekeningen voor meer bijzonderheden. | (1) - Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde, die afhankelijk is van de afstand en de akoestische omgeving. Zie de geluidsniveautekeningen voor meer bijzonderheden. | (1) - Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde, die afhankelijk is van de afstand en de akoestische omgeving. Zie de geluidsniveautekeningen voor meer bijzonderheden. | (1) - Het geluidsdrukniveau is een relatieve waarde, die afhankelijk is van de afstand en de akoestische omgeving. Zie de geluidsniveautekeningen voor meer bijzonderheden. | ||||
| (2) - Het geluidsvermogenniveau is een absolute waarde die door een geluidsbron wordt opgewekt. | (2) - Het geluidsvermogenniveau is een absolute waarde die door een geluidsbron wordt opgewekt. | (2) - Het geluidsvermogenniveau is een absolute waarde die door een geluidsbron wordt opgewekt. | (2) - Het geluidsvermogenniveau is een absolute waarde die door een geluidsbron wordt opgewekt. | (2) - Het geluidsvermogenniveau is een absolute waarde die door een geluidsbron wordt opgewekt. | |||||
| (3) - Extra buis vereist | (3) - Extra buis vereist | (3) - Extra buis vereist | (3) - Extra buis vereist | (3) - Extra buis vereist | |||||
| (4) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 80 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (4) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 80 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (4) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 80 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (4) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 80 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (4) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 80 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | |||||
| (5) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 100 of groter zijn (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (5) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 100 of groter zijn (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (5) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 100 of groter zijn (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (5) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 100 of groter zijn (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (5) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 100 of groter zijn (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | |||||
| (6) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 32 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (6) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 32 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (6) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 32 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (6) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 32 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | (6) - Wanneer de aangesloten binnenunits klasse 32 of kleiner zijn (de uitlaatleiding moet niet worden bijgesneden) | |||||
| (7) - Wanneer de aangesloten binnenunits tussen klasse 40 en 80 liggen (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (7) - Wanneer de aangesloten binnenunits tussen klasse 40 en 80 liggen (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (7) - Wanneer de aangesloten binnenunits tussen klasse 40 en 80 liggen (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (7) - Wanneer de aangesloten binnenunits tussen klasse 40 en 80 liggen (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | (7) - Wanneer de aangesloten binnenunits tussen klasse 40 en 80 liggen (de uitlaatleiding moet worden bijgesneden) | |||||
| (8) - MCA moet worden gebruikt om draden van de juiste diameter te kiezen. De MCA kan worden beschouwd als de maximale bedrijfsstroom. | (8) - MCA moet worden gebruikt om draden van de juiste diameter te kiezen. De MCA kan worden beschouwd als de maximale bedrijfsstroom. | (8) - MCA moet worden gebruikt om draden van de juiste diameter te kiezen. De MCA kan worden beschouwd als de maximale bedrijfsstroom. | (8) - MCA moet worden gebruikt om draden van de juiste diameter te kiezen. De MCA kan worden beschouwd als de maximale bedrijfsstroom. | (8) - MCA moet worden gebruikt om draden van de juiste diameter te kiezen. De MCA kan worden beschouwd als de maximale bedrijfsstroom. | |||||
| (9) - MFA wordt gebruikt voor de selectie van de stroomonderbreker en de aardingsschakelaar (aardlekschakelaar). | (9) - MFA wordt gebruikt voor de selectie van de stroomonderbreker en de aardingsschakelaar (aardlekschakelaar). | (9) - MFA wordt gebruikt voor de selectie van de stroomonderbreker en de aardingsschakelaar (aardlekschakelaar). | (9) - MFA wordt gebruikt voor de selectie van de stroomonderbreker en de aardingsschakelaar (aardlekschakelaar). | (9) - MFA wordt gebruikt voor de selectie van de stroomonderbreker en de aardingsschakelaar (aardlekschakelaar). | |||||
| (10) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (10) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (10) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (10) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (10) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | |||||
| (11) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (11) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (11) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (11) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (11) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | |||||