| VKM50GBMV1 | VKM80GBMV1 | VKM100GBMV1 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Standaard-accessoires | Bedieningshandleiding | Bedieningshandleiding | Bedieningshandleiding | Bedieningshandleiding | ||
| Montagehandleiding | Montagehandleiding | Montagehandleiding | Montagehandleiding | |||
| Kanaalaansluitflens | Kanaalaansluitflens | Kanaalaansluitflens | Kanaalaansluitflens | |||
| M4 tapschroef voor aansluiting kanaal | M4 tapschroef voor aansluiting kanaal | M4 tapschroef voor aansluiting kanaal | M4 tapschroef voor aansluiting kanaal | |||
| Watertoevoerleiding met zeeffilter | Watertoevoerleiding met zeeffilter | Watertoevoerleiding met zeeffilter | Watertoevoerleiding met zeeffilter | |||
| Halfwartelkoppeling (koperen leidingen) | Halfwartelkoppeling (koperen leidingen) | Halfwartelkoppeling (koperen leidingen) | Halfwartelkoppeling (koperen leidingen) | |||
| Wartelmoer (koppeling koperen buizen) | Wartelmoer (koppeling koperen buizen) | Wartelmoer (koppeling koperen buizen) | Wartelmoer (koppeling koperen buizen) | |||
| Isolatie koelmiddelleidingen | Isolatie koelmiddelleidingen | Isolatie koelmiddelleidingen | Isolatie koelmiddelleidingen | |||
| Isolatie watertoevoerleidingen | Isolatie watertoevoerleidingen | Isolatie watertoevoerleidingen | Isolatie watertoevoerleidingen | |||
| Afdichtingsmateriaal | Afdichtingsmateriaal | Afdichtingsmateriaal | Afdichtingsmateriaal | |||
| Klemmen | Klemmen | Klemmen | Klemmen | |||
| Bevochtiger | Elementen | Aantal | 1 | 1 | 2 | |
| Druk toevoerwater | MPa | 0.02 ~ 0.49 | 0.02 ~ 0.49 | 0.02 ~ 0.49 | ||
| Systeem | Type natuurlijke verdamping | Type natuurlijke verdamping | Type natuurlijke verdamping | |||
| Hoeveelheid | kg/u | 2.7 | 4.0 | 5.4 | ||
| Gewicht | Unit | kg | 100 | 119 | 123 | |
| Warmtewisselingssysteem | Totale warmtewisselaar met lucht-luchtventilatie (voelbare + latente warmte) van het dwarsstroomtype | Totale warmtewisselaar met lucht-luchtventilatie (voelbare + latente warmte) van het dwarsstroomtype | Totale warmtewisselaar met lucht-luchtventilatie (voelbare + latente warmte) van het dwarsstroomtype | |||
| Bedrijfsmode | Warmtewisselingsmodus, Bypass-Modus, Verfrissingsmodus | Warmtewisselingsmodus, Bypass-Modus, Verfrissingsmodus | Warmtewisselingsmodus, Bypass-Modus, Verfrissingsmodus | |||
| Aandeel verse lucht | Verwarmen | kW | 5.58 (1), 2.38 (2), 3.5 (3) | 8.79 (1), 3.79 (2), 5.6 (3) | 10.69 (1), 4.39 (2), 7.0 (3) | |
| Koelen | kW | 4.71 (1), 1.91 (2), 3.5 (3) | 7.46 (1), 2.96 (2), 5.6 (3) | 9.12 (1), 3.52 (2), 7.0 (3) | ||
| Koelmiddel | Regeling | Elektronische expansieklep | Elektronische expansieklep | Elektronische expansieklep | ||
| GWP | 2,087.5 | 2,087.5 | 2,087.5 | |||
| Type | R-410A | R-410A | R-410A | |||
| Koelleidingmaten | Vloeistof | Buitendiameter | mm | 6.35 | 6.35 | 6.35 |
| Type | C1220T (flensverbinding) | C1220T (flensverbinding) | C1220T (flensverbinding) | |||
| Gas | Buitendiameter | mm | 12.7 | 12.7 | 12.7 | |
| Type | C1220T (flensverbinding) | C1220T (flensverbinding) | C1220T (flensverbinding) | |||
| Afvoer | PT3/4 buitenschroefdraad | PT3/4 buitenschroefdraad | PT3/4 buitenschroefdraad | |||
| Watertoevoer | mm | 6.4 | 6.4 | 6.4 | ||
| Warmtewisselingselement | Speciaal bewerkt onontvlambaar papier | Speciaal bewerkt onontvlambaar papier | Speciaal bewerkt onontvlambaar papier | |||
| Afmetingen | Unit | Breedte | mm | 1,764 | 1,764 | 1,764 |
| Diepte | mm | 832 | 1,214 | 1,214 | ||
| Hoogte | mm | 387 | 387 | 387 | ||
| Behuizing | Materiaal | Gegalvaniseerde staalplaat | Gegalvaniseerde staalplaat | Gegalvaniseerde staalplaat | ||
| Aansluiting kanaaldiameter | mm | 200 | 250 | 250 | ||
| Power supply | Fase | 1~ | 1~ | 1~ | ||
| Frequentie | Hz | 50 | 50 | 50 | ||
| Naam | V1 | V1 | V1 | |||
| Spanning | V | 220-240 | 220-240 | 220-240 | ||
| Opmerkingen | (1) - De koel- en verwarmingscapaciteiten zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden. De ventilatie is gebaseerd op "Hoog" en "Extra hoog". | (1) - De koel- en verwarmingscapaciteiten zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden. De ventilatie is gebaseerd op "Hoog" en "Extra hoog". | (1) - De koel- en verwarmingscapaciteiten zijn gebaseerd op de volgende omstandigheden. De ventilatie is gebaseerd op "Hoog" en "Extra hoog". | |||
| (2) - Deze waarde geeft de warmte aan die wordt gerecupereerd uit de ventilator van de warmteterugwinning. | (2) - Deze waarde geeft de warmte aan die wordt gerecupereerd uit de ventilator van de warmteterugwinning. | (2) - Deze waarde geeft de warmte aan die wordt gerecupereerd uit de ventilator van de warmteterugwinning. | ||||
| (3) - Gebruik deze waarde om het vermogen als binnenunit te berekenen. | (3) - Gebruik deze waarde om het vermogen als binnenunit te berekenen. | (3) - Gebruik deze waarde om het vermogen als binnenunit te berekenen. | ||||
| (4) - Koelen: binnentemp. 27°CDB, 19°CWB; buitentemperatuur. 35°CDB | (4) - Koelen: binnentemp. 27°CDB, 19°CWB; buitentemperatuur. 35°CDB | (4) - Koelen: binnentemp. 27°CDB, 19°CWB; buitentemperatuur. 35°CDB | ||||
| (5) - Verwarmen: binnentemp. 20°CDB; buitentemp. 7°CDB, 6°CWB | (5) - Verwarmen: binnentemp. 20°CDB; buitentemp. 7°CDB, 6°CWB | (5) - Verwarmen: binnentemp. 20°CDB; buitentemp. 7°CDB, 6°CWB | ||||
| (6) - Bevochtigingscapaciteit : binnentemp. 20°CDB, 15°CWB; buitentemperatuur 7°CDB, 6°CWB | (6) - Bevochtigingscapaciteit : binnentemp. 20°CDB, 15°CWB; buitentemperatuur 7°CDB, 6°CWB | (6) - Bevochtigingscapaciteit : binnentemp. 20°CDB, 15°CWB; buitentemperatuur 7°CDB, 6°CWB | ||||
| (7) - Het bedrijfsgeluid gemeten op 1,5 m onder het midden van de unit, wordt geconverteerd naar het geluid gemeten in een echoloze ruimte gebouwd volgens de JIS C1502-norm. | (7) - Het bedrijfsgeluid gemeten op 1,5 m onder het midden van de unit, wordt geconverteerd naar het geluid gemeten in een echoloze ruimte gebouwd volgens de JIS C1502-norm. | (7) - Het bedrijfsgeluid gemeten op 1,5 m onder het midden van de unit, wordt geconverteerd naar het geluid gemeten in een echoloze ruimte gebouwd volgens de JIS C1502-norm. | ||||
| (8) - Het werkelijke bedrijfsgeluid varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (geluid in de buurt van de werkende unit, weerkaatst geluid enz.) en is meestal hoger dan deze waarde. | (8) - Het werkelijke bedrijfsgeluid varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (geluid in de buurt van de werkende unit, weerkaatst geluid enz.) en is meestal hoger dan deze waarde. | (8) - Het werkelijke bedrijfsgeluid varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (geluid in de buurt van de werkende unit, weerkaatst geluid enz.) en is meestal hoger dan deze waarde. | ||||
| (9) - Bij installatie in een rustige kamer zijn er maatregelen nodig om de geluidsproductie te verlagen. Meer details vindt u in de technische gegevens. | (9) - Bij installatie in een rustige kamer zijn er maatregelen nodig om de geluidsproductie te verlagen. Meer details vindt u in de technische gegevens. | (9) - Bij installatie in een rustige kamer zijn er maatregelen nodig om de geluidsproductie te verlagen. Meer details vindt u in de technische gegevens. | ||||
| (10) - Het geluidsniveau bij de luchtuitblaaspoort is ongeveer 8-11 dB hoger dan het bedrijfsgeluid van de unit. Bij gebruik in een stille kamer moeten er maatregelen worden genomen om het geluidsniveau te verlagen, bijvoorbeeld de installatie van meer dan 2 m flexibel kanaal aan het uitblaasrooster. | (10) - Het geluidsniveau bij de luchtuitblaaspoort is ongeveer 8-11 dB hoger dan het bedrijfsgeluid van de unit. Bij gebruik in een stille kamer moeten er maatregelen worden genomen om het geluidsniveau te verlagen, bijvoorbeeld de installatie van meer dan 2 m flexibel kanaal aan het uitblaasrooster. | (10) - Het geluidsniveau bij de luchtuitblaaspoort is ongeveer 8-11 dB hoger dan het bedrijfsgeluid van de unit. Bij gebruik in een stille kamer moeten er maatregelen worden genomen om het geluidsniveau te verlagen, bijvoorbeeld de installatie van meer dan 2 m flexibel kanaal aan het uitblaasrooster. | ||||
| (11) - Het luchtdebiet kan worden omgeschakeld van Laag naar Hoog, en omgekeerd. | (11) - Het luchtdebiet kan worden omgeschakeld van Laag naar Hoog, en omgekeerd. | (11) - Het luchtdebiet kan worden omgeschakeld van Laag naar Hoog, en omgekeerd. | ||||
| (12) - Normale stroom, opgenomen vermogen en rendement hangen af van de andere voorwaarden. | (12) - Normale stroom, opgenomen vermogen en rendement hangen af van de andere voorwaarden. | (12) - Normale stroom, opgenomen vermogen en rendement hangen af van de andere voorwaarden. | ||||
| (13) - De specificaties, ontwerpwaarden en informatie in deze publicatie kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. | (13) - De specificaties, ontwerpwaarden en informatie in deze publicatie kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. | (13) - De specificaties, ontwerpwaarden en informatie in deze publicatie kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. | ||||
| (14) - Het temperatuur warmteoverdrachtsrendement is een gemiddelde waarde voor koelen en verwarmen | (14) - Het temperatuur warmteoverdrachtsrendement is een gemiddelde waarde voor koelen en verwarmen | (14) - Het temperatuur warmteoverdrachtsrendement is een gemiddelde waarde voor koelen en verwarmen | ||||
| (15) - De efficiëntie wordt gemeten onder de volgende omstandigheden: verhouding van nominale externe statische druk werd als volgt gehouden: buitenzijde tot binnenzijde = 7 tot 1 | (15) - De efficiëntie wordt gemeten onder de volgende omstandigheden: verhouding van nominale externe statische druk werd als volgt gehouden: buitenzijde tot binnenzijde = 7 tot 1 | (15) - De efficiëntie wordt gemeten onder de volgende omstandigheden: verhouding van nominale externe statische druk werd als volgt gehouden: buitenzijde tot binnenzijde = 7 tot 1 | ||||
| (16) - Gebruik zuiver water. Als het toevoerwater hard water is, moet u een waterverzachter gebruiken om de levensduur te verlengen. Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 3 jaar (4.000 uur, bij gebruik van water met de volgende hardheid: 150mg/l). | (16) - Gebruik zuiver water. Als het toevoerwater hard water is, moet u een waterverzachter gebruiken om de levensduur te verlengen. Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 3 jaar (4.000 uur, bij gebruik van water met de volgende hardheid: 150mg/l). | (16) - Gebruik zuiver water. Als het toevoerwater hard water is, moet u een waterverzachter gebruiken om de levensduur te verlengen. Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 3 jaar (4.000 uur, bij gebruik van water met de volgende hardheid: 150mg/l). | ||||
| (17) - Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 1 jaar (1.500 uur) bij gebruik van water met de volgende hardheid: 400mg/l. | (17) - Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 1 jaar (1.500 uur) bij gebruik van water met de volgende hardheid: 400mg/l. | (17) - Het bevochtigingselement heeft een levensduur van circa 1 jaar (1.500 uur) bij gebruik van water met de volgende hardheid: 400mg/l. | ||||
| (18) - Bevat gefluoreerde broeikasgassen | (18) - Bevat gefluoreerde broeikasgassen | (18) - Bevat gefluoreerde broeikasgassen | ||||
| (19) - Jaarlijkse bedrijfsuren: 10 uur/dag x 26 dagen/maand x 5 maanden = 1300 uur | (19) - Jaarlijkse bedrijfsuren: 10 uur/dag x 26 dagen/maand x 5 maanden = 1300 uur | (19) - Jaarlijkse bedrijfsuren: 10 uur/dag x 26 dagen/maand x 5 maanden = 1300 uur | ||||
| (20) - Tijdens het verwarmen vriest de spiraalslang van de buitenunit meer aan, waardoor het verwarmingsrendement daalt en het systeem overschakelt op ontdooien. | (20) - Tijdens het verwarmen vriest de spiraalslang van de buitenunit meer aan, waardoor het verwarmingsrendement daalt en het systeem overschakelt op ontdooien. | (20) - Tijdens het verwarmen vriest de spiraalslang van de buitenunit meer aan, waardoor het verwarmingsrendement daalt en het systeem overschakelt op ontdooien. | ||||
| (21) - Tijdens het ontdooibedrijf blijven de ventilatoren van de units draaien (fabrieksinstelling). Dit heeft als doel de ventilatie & bevochtiging op peil te houden. | (21) - Tijdens het ontdooibedrijf blijven de ventilatoren van de units draaien (fabrieksinstelling). Dit heeft als doel de ventilatie & bevochtiging op peil te houden. | (21) - Tijdens het ontdooibedrijf blijven de ventilatoren van de units draaien (fabrieksinstelling). Dit heeft als doel de ventilatie & bevochtiging op peil te houden. | ||||
| (22) - When connected to VRV heat recovery outdoor unit, bring the RA (exhaust gas intake) of this unit directly in from the ceiling, connect to BS unit identical to the VRV indoor unit (master unit), and use group-linked operation. See the engineering data for details. | (22) - When connected to VRV heat recovery outdoor unit, bring the RA (exhaust gas intake) of this unit directly in from the ceiling, connect to BS unit identical to the VRV indoor unit (master unit), and use group-linked operation. See the engineering data for details. | (22) - When connected to VRV heat recovery outdoor unit, bring the RA (exhaust gas intake) of this unit directly in from the ceiling, connect to BS unit identical to the VRV indoor unit (master unit), and use group-linked operation. See the engineering data for details. | ||||
| (23) - Wanneer de binnenunit rechtstreeks op het kanaal wordt aangesloten, moet hetzelfde systeem worden toegepast voor de binnen- en buitenunit. | (23) - Wanneer de binnenunit rechtstreeks op het kanaal wordt aangesloten, moet hetzelfde systeem worden toegepast voor de binnen- en buitenunit. | (23) - Wanneer de binnenunit rechtstreeks op het kanaal wordt aangesloten, moet hetzelfde systeem worden toegepast voor de binnen- en buitenunit. | ||||
| (24) - Stel de groepsgestuurde werking in en voer de instellingen voor de directe kanaalaansluiting via de afstandsbediening in. (Modus nr. ' 17 (27)' - eerste code nr. 5; tweede code nr. 6) | (24) - Stel de groepsgestuurde werking in en voer de instellingen voor de directe kanaalaansluiting via de afstandsbediening in. (Modus nr. ' 17 (27)' - eerste code nr. 5; tweede code nr. 6) | (24) - Stel de groepsgestuurde werking in en voer de instellingen voor de directe kanaalaansluiting via de afstandsbediening in. (Modus nr. ' 17 (27)' - eerste code nr. 5; tweede code nr. 6) | ||||
| (25) - Bovendien mag de aansluiting niet plaatsvinden op de uitlaatzijde van de binnenunit. Afhankelijk van de ventilatorkracht en de statische druk kan dat tot een tekort aan lucht leiden | (25) - Bovendien mag de aansluiting niet plaatsvinden op de uitlaatzijde van de binnenunit. Afhankelijk van de ventilatorkracht en de statische druk kan dat tot een tekort aan lucht leiden | (25) - Bovendien mag de aansluiting niet plaatsvinden op de uitlaatzijde van de binnenunit. Afhankelijk van de ventilatorkracht en de statische druk kan dat tot een tekort aan lucht leiden | ||||
| (26) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (26) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | (26) - Spanningsbereik: de units zijn geschikt voor gebruik in elektrische systemen waar de spanning die over de aansluitklem van de unit wordt aangelegd binnen het opgegeven bereik ligt. | ||||
| (27) - De maximaal toegestane spanningsafwijking tussen de fasen bedraagt 2%. | (27) - De maximaal toegestane spanningsafwijking tussen de fasen bedraagt 2%. | (27) - De maximaal toegestane spanningsafwijking tussen de fasen bedraagt 2%. | ||||
| (28) - MCA / MFA : MCA = 1,25 x FLA (FM1) + FLA (FM2); MFA <= 4 x FLA; volgende lagere standaard zekeringsterkte: min. 15 A | (28) - MCA / MFA : MCA = 1,25 x FLA (FM1) + FLA (FM2); MFA <= 4 x FLA; volgende lagere standaard zekeringsterkte: min. 15 A | (28) - MCA / MFA : MCA = 1,25 x FLA (FM1) + FLA (FM2); MFA <= 4 x FLA; volgende lagere standaard zekeringsterkte: min. 15 A | ||||
| (29) - Kies een draaddikte op basis van de MCA-waarde | (29) - Kies een draaddikte op basis van de MCA-waarde | (29) - Kies een draaddikte op basis van de MCA-waarde | ||||
| (30) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (30) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | (30) - Gebruik een stroomonderbreker in plaats van een zekering | ||||
| (31) - Bij 80% RV | (31) - Bij 80% RV | (31) - Bij 80% RV | ||||
| (32) - Specificaties gemeten bij ventilatorcurve 8 (fabrieksinstellingen) | (32) - Specificaties gemeten bij ventilatorcurve 8 (fabrieksinstellingen) | (32) - Specificaties gemeten bij ventilatorcurve 8 (fabrieksinstellingen) | ||||